Copy from ( & with the permition of) www.buddyzorglimburg.nl

Thailand

Thailand, Nong Khai

..... Ekarin, je bent gisteren pas hier gekomen..... hielp je met de rolstoel naar je bed.... een angstige blik in je ogen.... je familie om je heen.... allemaal even chique.... ik zie de bezorgdheid op hun gezicht als ze afscheid van je nemen.... ik vraag of je wat wil drinken.... weer die angstige en verbaasde blik in je ogen.... later kom ik weer aan je bed.... zal ik je scheren?.... dat vind je oké.... ik zie dat je je monnikenkleren geruild hebt voor een t-shirt en een short.... als ik weer aan je bed kom trek je me naar je toe.... en zeg je, dicht bij mijn oor "I love you"....

Pra Ekarin, monnik, is in de morgen van 16 januari gestorven, toen ik in Laos was.

.....de diepgang, het intensieve van dit werk, heb ik nodig om alert te blijven in het "werkelijke" leven. Ik ben bang voor sleur, haat oppervlakkigheid ... maar heb toch vaak moeite om hier uit te blijven .... dit werk geeft me een gevoel van totaal vrij zijn....

Wie reikt mij een hand?

Wie reikt mij een hand? (foto: Rokus van den Bout)

14 januari

Om vijf uur neem ik een motertaxi naar het bus station, daar aangekomen kan ik zo in de bus naar Saraburi springen, die voor vertrek klaar staat, om zes uur arriveer ik in Saraburi. Aan het loket hoor ik dat de slaapplaatsen voor de nachttrein naar Nong Khai zijn uitverkocht, nou dan maar tweede klas. De trein vertrekt om negen uur en niet om acht uur, wat ik dacht. Ik zoek naar een internet shop, waar ik kan mailen. Echter daar is het zo'n herrie van al die jonge jongens die spelletjes op internet aan het spelen zijn, dat ik me niet kan concentreren. Ik doe het hoog nodige en ga op zoek naar een eetgelegenheid, daar heb ik nog alle tijd om op mijn gemak te eten.

De treinreis was niet zo'n succes, weliswaar een stoel die in slaappositie is, maar het tocht van alle kanten omdat een deel van de ramen niet te sluiten is. Schuin voor me zit een man die steeds naar me zit te kijken, lacht breed uit en begint telkens weer met me aan te spreken, ik zie aan zijn ogen dat hij niet nuchter is, ik heb daar geen zin in, en hou het contact af. Schuin achter me zit een moeder met haar vier- / vijfjarig zoontje die genoeglijk aan haar borst zit te lebberen, even later eet hij een zakje chips, een vreemde combinatie. Ik trek alles aan kleren aan wat ik bij me heb, en trek een doek die ik meegenomen heb over mijn hoofd, en nog heb ik het niet behaaglijk. Zo duurt een reis van tien en een half uur erg lang.

Laos, Viantiane

15 januari.

Tegen kwart voor acht in de morgen kom ik aan op het station van Nong Khai, omdat ik moe ben en niet veel zin heb in het uitzoeken hoe mht moet met het visum, stem ik toe als een tuk-tuk jongen me aanbied naar een visumkantoor te gaan. Daar wordt alles voor me ingevuld, uitgelegd, en geregeld, ze sleuren me van de ene naar de andere plek, en dat voor 500 bath.

Na twee uur ben ik over de grens van Thailand naar Laos en brengt een voor mij geregelde taxi me naar Viantiane, bij de Ambassade staat een lange rij, het is inmiddels kwart over tien, heb nog niets gegeten en gedronken. Om kwart over elf kom ik uit de Ambassade, (morgen na dertien uur kan ik mijn visum ophalen) en duik ik na een maaltijd in een klein eettentje het dichtstbij zijnde hotelletje in, na een douche val ik in een diepe slaap.

Na een paar uurtjes slapen ben ik weer lekker fris, en ga de buurt wat verkennen. Ik maak een wandeling over een markt, en kom weliswaar een internetshop tegen. Ik maak daar mijn post af, wat gisteren door de herrie niet mogelijk was. Na een kleine maaltijd en nog een wandelingetje zoek ik mijn bed op.

16 januari.

Vannacht werd ik om kwart over drie wakker en ben ik gaan schrijven aan deze nieuwsbrief. Het gebeurt wel eens vaker, ik heb 's nachts de meeste rust om te schrijven, alles komt in de stilte weer boven. Na zo'n anderhalf uur ben ik weer gaan slapen.

Vanochtend lekker uitgeslapen, op mijn gemak een warme douche genomen, toch wel lekker ondanks dat het warm is, vooral mijn haar wassen met warm water is een luxe gevoel. Ze hadden geen eenpersoons kamers, daarom heb ik voor dezelfde prijs (15 $) een tweepersoons kamer gekregen. Het ontbijt dat inclusief was (warm stokbrood, boter, jam, verse jus, thee met citroen en een bordje vers fruit, guave en appelpartjes) laat ik me goed smaken. Ik heb alle tijd, want pas na dertien uur kan ik mijn nieuwe visum afhalen.

Als ik daarna richting stad loop, wat volgens de man van het hotel zo'n drie km is, (hij kijkt verbaasd als ik zeg dat ik wil lopen) valt het me op dat hier meerdere ministeries gevestigd zijn, die in het Frans worden aangeduid. Alles op straat is even proper. Ik wil naar de rivier Mea Kong lopen, maar zie uiteindelijk dat de delta van de rivier zo breed is dat ik niet tot bij het water kan komen.

Ik loop bij een tempelcomplex naar binnen, en als ik dan aan een monnik vraag of dat oké is, begint hij een gesprek met mij. Hij vraagt me waarom ik belangstelling heb voor deze plek, of ik ook monnik wil worden, en ik krijg de gelegenheid om hem te vragen of hij voor het leven monnik blijft. "Nee," zegt hij, "als ik mijn studie af heb wil ik gaan trouwen, mijn broer studeert aan de speciale universiteit voor monniken in Bangkok, en dat wil ik ook gaan doen." Hij vertelt me dat hij in de drie jaar dat hij hier in de tempel is niet meer thuis is geweest. Wel is zijn moeder op dit moment voor een tijdje in Viantiane, zodat zij hem kan bezoeken.... Als de trom om elf uur gaat moeten we ons gesprek beëindigen omdat het etenstijd voor de monniken is.

Ik loop terug in de richting van de Ambassade en kom een heel leuk eetcafeetje tegen. Ik ga binnen om een kop koffie te drinken, de inrichting is helemaal van hout, bamboe en riet, oergezellig. De koffie is minder, maar als ik op de kaart zie, weliswaar in het engels, dat ze gado-gado hebben kan ik, ondanks dat ik geen honger heb, het niet nalaten het te bestellen. Mixed garden vegetables from the organic farm, tofu (bean curd) tempé (fermented soya beans) spread with special homemade peanuts; en dat voor slechts 15.000 kip. Ik geniet van de kleine details die het knusse, het kneuterige compleet maken.

Het afhalen van mijn visum gaat gelukkig snel, ondanks dat er een lange rij wachtenden staat in de brandende zon. Ik charter een tuk-tuk en rij terug naar de grens, vandaar weer naar het treinstation in Nong Khai. De trein gaat pas om zeven uur, dus heb ik alle tijd voor een wandeling. In het centrum van het plaatsje kom ik een internetzaakje tegen, waar ik mijn laatste mailtjes kan beantwoorden, een prettig gevoel om helemaal bij te zijn met m'n post.

Op de terugweg naar het station wil ik nog een hapje eten vóór de treinreis, doch in het restaurantje moet ik zolang wachten op mijn bestelde eten dat ik het moet laten inpakken. Ik moet hollen naar de trein, waar ik als laatste instap. Deze keer had ik meer geluk met het niet reserveren van de treinreis. Ik kan nog een kaartje krijgen voor eerste klas wat inhoud dat ik een slaapcoupé heb, die ik weliswaar moet delen met een heel vriendelijke Thai die enkele haltes later instapt.

Ik schrijf nog wat op mijn laptop, om half elf wordt mijn bedje gespreid en om twaalf uur ga ik slapen. Om kwart voor vijf wordt ik gewekt, om tegen vijf uur in Saraburi uit te kunnen stappen. Dan is het wachten op de eerste bus naar Lopburi, die om zes uur zal vertrekken. Daar kom ik om zeven uur aan, en met een motortaxi het laatste stukje naar huis.

Thailand, Lopburi

17 januari.

Als ik in het hospice kom hoor ik dat Winay gisteren morgen om vijf uur in de ochtend is overleden. Wat ik zelf denk is, dat hij rond drie uur is overleden, de tijd dat ik wakker werd gisternacht. Het is namelijk zo dat de nachtdienst in het hospice om vijf uur een ronde doet en dat ze Winay toen dood hebben aangetroffen.

Ik ben heel benieuwd naar de bloeduitslag van Sutree, die vandaag op controle moet in het ziekenhuis in Bangkok.

Met warme groet,
Huub.