Anèk, ik hoop dat ik niet de fout heb gemaakt, je afhankelijk van mij gemaakt te hebben, dat was juist niet mijn bedoeling. Misschien had ik eerder moeten beginnen met je helemaal alleen naar buiten moeten laten gaan, daar zijn we nog net niet toe gekomen.
Maandag, mijn vrije dag... Paul, coördinator van Buddyzorg komt vandaag op bezoek, hij is in Thailand op vakantie, ik haal hem op bij het busstation, waar hij vanuit Bangkok om tien uur zal aankomen. ... Het was een leuke dag met veel praten en afleiding. We drinken koffie bij mr. Samrid, we bezoeken de oude stad, Paul telkens weer achter op de brommer, al was dat met een beetje angst. Om zes uur neemt hij de bus terug naar Bangkok. Bedankt Paul voor je bezoek.
Heel voorzichtig iets drinken (foto: Rokus van den Bout)
Vandaag is Liesa begonnen. In oktober is zij zich komen oriënteren, en heeft daarna besloten om vanaf januari hier te komen werken, ze is verpleegkundige en komt uit Oostenrijk. Ze heeft al veel gedaan op dit gebied.
Ik heb het mediteren met Yves weer opgepakt. Yves is weer terug, hij was voor een bezoek aan zijn ouders twee weken naar België.
Vandaag een begin gemaakt met het maken van de quilt (naamdoek). Ik heb een stuk ongebleekte katoen gevraagd aan een van de zusters van het hospice, hierin worden de overleden patiënten gewikkeld. Er staat een tekst op geschreven, die ik nog moet laten vertalen. Ik heb een lap met fel gekleurde zonnebloemen gekocht, die ik als achtergrond wil gebruiken. De zonnebloemen wil ik met wat watten ophogen, zodat er een reliëf ontstaat, dus een begin is er.
Ik realiseer me dat de laatste twee maanden van mijn verblijf hier zijn ingegaan, ik moet er nu nog niet aan denken om terug te moeten naar Nederland, ik ben hier nog lang niet klaar.
Vannacht zijn drie patiënten gestorven, allen vrouw. Wew leek aanvankelijk niet zo ziek, ik had niet verwacht dat ze zo snel zou sterven, de twee andere vrouwen waren hier nog maar heel kort.
Mano is terug uit het ziekenhuis van de stad, waar hij een paar dagen verbleef, ik kreeg van hem niet duidelijk waarom.
Ampan is vandaag jarig, ze straalt! Het lijkt wel of ze meerdere mensen opdracht heeft gegeven om voor taart te zorgen, op veel bedkastjes blijft de taart onaangeroerd, de mieren hebben dus ook een geweldige dag vandaag.
Somsa, een patiënt die hier in het hospice verbleef toen ik in september kwam, maar zo goed opknapte dat hij naar de tweede verdieping in het gebouw hiernaast kon verhuizen (daar liggen de patiënten die zichzelf nog kunnen verzorgen) zie ik weer op het terrein. Hij zou zijn weggestuurd omdat hij betrapt was op roken. Hij mag hier niet blijven zegt Eak die zich over hem heeft ontfermt, hij vraagt me of hij in Thatago kan worden opgevangen. Ik zeg dat ik niet zou weten waarom niet, hij moet toch zeker een tweede kans krijgen. Na wat telefoontjes, hoor ik dat hij er terecht kan. Hij is zichtbaar blij met deze oplossing, nadat hij te vergeefs terug bij zijn familie was en ook daar is weggestuurd. Ik bied hem aan samen morgen er heen te rijden, en van Leni kreeg hij geld om de nacht in Lopburi door te brengen.
Ik hoor dat Winay niet meer mag drinken, Liesa zegt dat het haar min of meer door Mea Lek (de hoofdzuster) verboden is, omdat hij niet meer goed kan slikken en hij het gevaar loopt dat het in zijn longen komt. Ik heb er moeite mee, drinken is wat Winay de hele dag door vraagt, door een gebaar met zijn hand. De laatste dagen doe ik het met een spuitje. Als hij op zijn zij ligt kun je dan een beetje aan de zijkant van zijn mond een beetje naar binnen spuiten. Ja natuurlijk, hij heeft tijd nodig om te slikken, maar als je het rustig doet, hoest hij niet vaker dan wanneer hij niet drinkt. Ik beloof Winay dat ik hem in geen geval van dorst laat sterven.
Om twee uur heb ik vervoer geregeld om Somsa naar Thatago te brengen. Ik zie dat hij nerveus en stil is, zo ken ik hem niet. Ik probeer hem wat op zijn gemak te stellen.
Vandaag heeft het na ongeveer drie maanden droogte weer eens flink geregend. Het viel met bakken uit de hemel, ik ben nog net droog thuis gekomen.
Anèk gaat vandaag naar het ziekenhuis in Lopburi voor een TBC test. Het gaat niet goed met hem, hij heeft ook al dagen diaree en ligt als maar te slapen. Als ik bij hem ben heeft hij zelfs geen puf om te proberen engels te praten.
Ook Somsa komt vandaag vanuit Thatago naar het ziekenhuis van Lopburi, hij moet medicatie krijgen voor TBC. Dang en Sutree zijn met hem mee gekomen en brengen me na afloop een bezoek. Ook nu is Somsa stil en terug getrokken, ik hoop dat hij zich snel in Thatago gaat thuis voelen.
Op weg naar het hospice deze morgen, ben ik weer in een overdenking betreffende het thema afstand en nabijheid, dat ik telkens weer moet opletten niet teveel te hechten, dat ik telkens weer achteraf de pijn moet voelen wanneer ik deze grens heb overschreden.... Ik schrik als ik plotseling bijna over een slang rij die vlak voor me de weg over schiet.
Helen maakt vandaag haar laatste dag hier, dat vind ik jammer. Tussen de middag rij ik even terug naar huis om een klein afscheid kadootje te maken. Ik geef haar mijn kleine Bhudda die ik in Cambodja van een klein meisje gekocht heb. Daarbij een foto van Winay, die ik genomen heb toen hij nog maar pas hier was. Ze is er erg blij mee.
Ik zit op het bed bij Mano, zoals elke andere dag smeer ik zijn benen en rug in met counterpain. De warmte die de zalf veroorzaakt doet hem goed en de massage die er op volgt werkt zo ontspannend dat hij vaker in slaap is gevallen wanneer de massage beëindigd is. Doch deze keer praat hij ondertussen met zijn buurvrouw Ampan, hij maakt schijnbaar grapjes want Ampan giert het uit van het lachen. Ik kan het niet volgen maar geniet van het lachen van Ampan, die zo aanstekelijk werkt dat even later ook bij mij de tranen over de wangen rollen die door mijn mondmasker opvangen worden, zodat ik door kan gaan met de massage. Telkens weer opnieuw schieten we weer in een lach. Mano zit te grijnzen en telkens wanneer hij iets zegt beginnen wij weer opnieuw, pas wanneer zij zich verslikt kan ze met het lachen ophouden.
......zeven ademhalingen ...... dan even niets ...... zeven ademhalingen ...... dan weer even niets ...... zeven ademhalingen, ik maak de vuist die je rechterhand vormt wat losser...... dan weer even niets ...... zes ademhalingen ...... dan even niets ...... zes ademhalingen en een diepe zucht ...... dan wat langer niets ...... zes ademhalingen, je rechteroog slaapt, je linker oog waakt ...... Ja Winay, ik ben er nog ...... dan weer even niets ...... zes ademhalingen ...... dan weer wat langer niets ...... zes ademhalingen, je trekt me naar je toe, houdt me vast ...... dan weer even niets ...... vijf ademhalingen, je linker hand bonkt, voordat ik het kan verhinderen op je gloeiende hoofd ...... weer even niets ...... vijf ademhalingen ...... dan even niets ...... vijf ademhalingen ... dan weer niets ... vijf ademhalingen, je hand ligt losjes in de mijne ... dan weer even niets ... vijf ademhalingen ... dan weer wat langer niets ......
Winay, ik moet nu afscheid van je nemen. Ik vertrek zo dadelijk naar Laos, en ben pas vrijdag hier weer terug. Wat zou ik graag voor je jouw kinderen hier naar toe halen. Je steekt met weinig kracht je duim omhoog. Ja dat laatste ritje vanmiddag naar buiten, dat koste je heel veel kracht, maar je hebt het voor elkaar gekregen, omdat je het persé wilde. Mijn bewondering voor je vechtlust zal mij nog lang heugen....
Met warme groet,
Huub.