Copy from ( & with the permition of) www.buddyzorglimburg.nl

Thailand, Lopburi

Wat Prabat Nampo

7 december

Vannacht is Ekatjay overleden, ook hij was er al toen ik hier elf weken geleden kwam. Ekatjay was een forse, grote jongeman, hij was blind. De laatste weken trok hij zich steeds verder in zich zelf terug, daarvoor was hij meestal vrolijk. Toen at hij nog grote hoeveelheden, de laatste weken weigerde hij zijn eten steeds vaker, lag in de feutus houding en maakte geluiden als van een baby.

Twee jarigen hadden we vandaag, Ančk en Thon. Ančk had bezoek van zijn broer uit Bangkok, het was een leuk gezicht, de twee samen op de grote schommel te zien zitten, gezellig met elkaar te zien zitten praten; vanuit het hospice kon ik ze zien.

Voor Thon heb ik nog maar een keer happy birhtday op de cassetterecorder ingezongen, dit, en de zonnebloem uit het veld kon hij wel waarderen. Hij vroeg me een paar keer hoe laat ik naar huis wilde gaan, omdat zijn vader cake zou komen brengen. Om vier uur was hij er nog niet, hij werd steeds zenuwachtiger, toen om kwart over vijf zijn vader er nog niet was, heeft hij een Thaise vrijwilliger iets lekkers laten halen, gelukkig bleef hij niet lang in de teleurstelling hangen.

8 december

Ik ben zň blij met mijn woonruimte hier, dat ik de stichting Lopburi Nederland nog eens wil bedanken, dat ze me dit huis belangeloos laten bewonen, het is een fijne plek waar ik me thuis voel, rust vind, me steeds weer met nieuwe energie kan opladen.

9 december

.... de tondeuse glijd over je schedel.... meedogenloos een akelig kale, witte baan achter latend.... die breder en breder wordt.... in mijn hand jouw prachtige zwarte paardenstaart... ik voel me schuldig... en jij zegt bedankt....

10 december

Als ik Winai aan het verzorgen ben (ik heb hem rechtop laten zitten, dit laat zijn lijf nog net toe; hij beweegt met moeite, kan bijna niet meer spreken, zijn ogen ver uit de kassen) begint hij plotseling te huilen, zo hartverscheurend te huilen. Ik trek hem naar me toe om hem te proberen te troosten, maar hij huilt met zo'n lange diepe halen, dat ik denk dat hij niet goed wordt.

Als ik om kijk zie ik plotseling zijn twee kinderen aan het voeteneind van zijn bed staan, ze kijken angstig hun vader aan. Ik wenk hen dichterbij te komen, maar ze blijven roerloos staan. Het doet me pijn te zien dat ze hem niet durven aan te raken. Even later lukt het me, ze zo dicht bij hun vader te krijgen dat hij ze kan aanraken. Ik moet me even verwijderen dit is me teveel, vanaf een afstand zie ik hoe hij zijn hand op het hoofd van het meisje legt.

Met warme groet,
Huub.