Het is verassend om te zien hoe Pra Manomon is veranderd, van een bang iel vogeltje tot een fier open mens. In het begin toen hij hier kwam en verzorging nodig had, onderging hij dat heel verlegen, vooral als hij die kreeg van de vrouwelijke vrijwilligers. Ondanks de zwarte vlekken van kaposi (vorm van huid kanker) is hij een heel stuk opgeknapt. De laatste weken vroeg hij elke dag een massage voor zijn rechterbeen, waar hij veel last van had. Nu loopt hij weer rond en is bijna de hele dag niet meer in zijn bed te vinden. Hem is toegezegd dat hij binnenkort met de AIDS medicatie kan gaan beginnen.
Onbewust ben ik toch al bezig met mijn afscheid, ik merk dat ik bij de nieuwe patiënten toch wat afstand hou, dit om straks iets makkelijker te kunnen los laten, het is niet bewust mijn bedoeling, maar het gebeurd.
Ik sta echt perplex als ik aan het bed kom van de nieuwe patiënt in bed 15, Noom lijkt namelijk als twee druppels water op Sawala (van bed 22) die op 3 februari j.l. overleed, zelfs zijn karakter lijkt op dat van hem. Alleen mis ik bij hem de twee grote littekens van een operatie op hoofd en buik, die Sawala had. Het hadden tweelingbroers kunnen zijn.
In de middagpauze met Samrid (mijn steun en toeverlaat) de lunch in de stad gebruikt, dit als afscheid van hem.
Ook nog even snel mijn terugvlucht recomformeren.
Winai's laatste vraag... in de rolstoel naar buiten (foto: Lenie)
.... buiten klinkt vrolijke muziek van een band.... meisjes dansen op de maat... hier binnen vecht jij met je laatste ademhalingen.... nog vóór de muziek stopt met spelen.... heb jij deze wereld verlaten....
Heel graag zou ik een lijst willen hebben met de namen van de overleden patiënten in de tijd dat ik hier was. Als ik daar op het kantoor naar ga vragen, kost het enige moeite duidelijk te maken wat ik bedoel. Uiteindelijk heeft het meisje het begrepen en zegt dat ze dit met de manager moet overleggen, maar dat hij nu niet aanwezig is. Als ik zeg dat het morgen mijn laatste werkdag is, belooft ze mij, dat ze ervoor zal zorgen.
Als ik terug kom in het hospice zie ik Sukchai hevig naar adem snakkend in zijn bed liggen, het slangetje van de zuurstof is uit zijn neus gegaan, heeft dit zelf niet in de gaten, is daarvoor al te ver weg. Ook als ik het slangetje goed bevestig, heeft dat geen effect meer. Souwanie kijkt angstig vanuit haar bed toe. Ik pak zijn krachtenloze hand en enkele ogenblikken later sterft Sukchai. Yves komt erbij en zegt: "Hij heeft op jouw gewacht".
In bed zeven is Pisanu opgenomen (ladyboy), hij heeft hoge koorts. Als ik hem ga wassen vind ik het moeilijk om zijn van siliconen gemaakte borsten aan te raken.
Het kost me veel moeite om de prachtige haardos van Oet de nieuwe patiënt in bed achtentwintig af te scheren. Oet, die gisteren huilend binnen kwam, maakt een bange indruk en voelt zich erg onzeker. Ook nu probeer ik hem op zijn gemak te stellen, gelukkig spreekt hij een beetje Engels.
Rongroad ligt volledig verkrampt in zijn bed, tilt telkens zijn hoofd en stukje op en houdt dat zo minuten lang omhoog, zodat hij helemaal gaat trillen. Als ik hem vastpak voelt hij zich daarbij heel ongemakkelijk. Na een hele tijd met hem bezig te zijn geweest, lukt het om hem uit zijn bed te krijgen en loopt hij aan mijn hand een heel stuk door de zaal. Hijzelf is nog meer verbaast dan ik. Zodat ik zelfs moeite moet doen om hem terug in bed te krijgen.
's Avonds met mijn mede vrijwilligers als afscheid een etentje in de stad. Lisa is er niet bij, zij is er een paar dagen tussenuit en komt morgen pas terug.
Als ik vanochtend de beloofde lijst ga op halen bij het kantoor, krijg ik een grote enveloppe in mijn hand geduwd. Als ik hem buiten open maak zie ik tot mijn verbazing dat er geen namenlijst in zit maar een getuigschrift van de tijd dat er hier gewerkt heb, ondertekend door de manager. Ook zit er een grote foto van Phra Alonkot en een folder over het project bij, lichtelijk teleurgesteld druip ik af.
Wat later zie ik Eak en vertel hem dit, en Eak zou Eak niet zijn als hij hier geen oplossing voor had. Morgen om één uur kan ik de lijst ophalen. Dat komt prima uit, ik had net besloten om morgen toch nog te komen in plaats van dat ik al in de ochtend naar Bangkok zou gaan.
Vanuit Thatago is me aangeboden om me naar het vliegveld te brengen Hoewel ik me eigenlijk had voorgenomen om dat in mijn eentje te doen, stem ik toch in met dit lieve aanbod, hoewel Lenie dat ook al aangeboden om dit samen met een paar andere vrijwilligers te doen. Ik heb het moeilijke afscheid nemen van de patiënten nog even voor me uit kunnen schuiven.
Ik heb een grote plastic box gekocht, voor de spullen die ik hier wil laten, die ik dan de volgende keer als ik kom niet hoef mee te nemen uit Nederland. Ik merk bij het inpakken van mijn koffer dat er steeds meer spullen in de box belanden, die uiteindelijk overvol is.
Vandaag voel ik me een beetje verdoofd, misschien omdat ik me wat heb moeten afsluiten om afscheid te kunnen nemen.
Charia overhandigt mij om één uur de lijst met de namen van de overleden patiënten, ze heeft ze met de hand over geschreven, het is in Thai, dus kan ik het niet lezen. Ik tel honderd negenenveertig namen, waar ik even stil van word.
Kwart over drie ga ik naar huis waar ik de laatste spullen inpak, en het huis voor de Lisa zo netjes mogelijk probeer achter te laten. Nog voor ik een laatste douche heb genomen staan mijn "wegbrengers" Kimlike Juy en Sutree uit Thatago al op de stoep. In de auto naar Bangkok wordt mijn stil zijn door de anderen begrepen. Gedachten en gevoelens schieten heen en weer. Op de achterbank zijn Kimlike en Juy in slaap gevallen. Ik voel dankbaarheid naar iedereen die me op welke manier ook geholpen heeft en het mogelijk heeft gemaakt dit afgelopen half jaar hier te zijn geweest, deze kostbare ervaringen mee te kunnen nemen. Zeker niet in de laatste plaats de patiënten:
Passeur, Mana, Tai, Thon, Khai, Oewen, Sompong, Nudeng, Winay, (bed 11) Tilawat, Soewanie, Pon, Aon, Phra Ed, Tho, Wew, Chaream, Prasite, Choochat, Prisha, Doungrudee, Yodthong, Tavesuk, Paitoon, Mamo, Jomlong, Saree, Kaen, Ampan, Ampai, Sanang, Prani, Nopadon, (bed 5) Supathai, Lek, Chalom, Somsak, (bed 1) Soelajoet, Isala, Thilasai, Nath, Sompop, (bed 4) Liu, Den, Somsak, (bed 23) Manatjai, Phra Dang, On, Tanja, Pha, Soupatha, Chavara, Tutya, Chatsaval, Sawala, Anoemian, Kiptikoen, Lampin, Seari, Souraan, Tha, Cliep, Jirapun, Phra Sanan, Sanwan, Sangoun, Somphang, Tjontai, Ying, Sonklan, Wantrai, Vanchai, Ekatjai, Winai, (bed 15) Wichit, Titha, Laksarkhurn, Jhung, Suchan, Sajan, Supom, Suchat, Pasit, Nu, Witchai, Pranee, Phaiboon, Soulepon, Sowiet, Selt, Camphra, Pairak, Boonmee, Prasak, Boonprang, Jakurn, Sulapon, (met.) Narunaa, Enduu, Supatraa, Nittayaa, Nipaa, Anèk, Lunni, Suntree, Nitvadi, Jatuporn, Tirasan, anulak, Sombun, Vichian, Manuu, Suttiphan, Chalerm, Songkran, Nitat, Khun-chai, Chat-chavan, Taa, King, Korkusone, Sumat, Prasath, Wassana, Mitt, Sushart, Tip, Shuntana, Pirat, Surapone, Supaporn, Panida, Wandee, Anurak, Sunita, Surayut, Vichit, Kourchai, Bunjong, Siripong, Somyot, Somboon, Wiros, Noom, Somsak, (bed 14) Winay, (bed met.) Rossarin, Sompop, (bed 21) Panakiu, Amna, Sourat, Anoemian, Souwpon, Pahan, Phra Manomon, Nopadon, (bed 33) Rongroad, Pisanu, Boonseob, Sukchai, Noom, Winai, (bed 20) Surat, Chatchai, Prasal, Sumreng, Oet, Suaty
Please let the Buddha bless you forever.
Met warme
groet,
Huub.