Thailand, Lopburi

Wat Prabat Nampo

Meelopen tot aan de dood

Buddy zijn voor aidspatiënten in Thailand. Niet te vergelijken met het buddyschap in ons land. Al negen jaar reist Huub Beckers uit Maastricht een à twee keer per jaar af naar het Aziatische land. Naar aids-hospice Wat Phrabat Nampu bij LopBuri, 160 kilometer ten noorden van de hoofdstad Bangkok. Voor NL Buddy doet hij verslag per e-mail.

Door Huub Beckers

Eén lange sliert speeksel hangt uit je mond... Je kijkt droevig. Bijna alle controle over je spieren ben je kwijt. Wat kan ik voor je doen, vraag ik me machteloos af.... Ik leg mijn hand op je schouder en langzaam draait jouw gezicht zich naar het mijne. De trieste uitdrukking blijft. ‘Zal ik je masseren, Jeerasuk?', vraag ik om mijn onmacht in te kleden. Heel traag glijd je achterover. Je legt je hoofd op het doorweekte kussen en dan nog trager zeg je: ‘Masseren, benen'.... Even later sluiten je ogen en wordt je blik zachter..... en hoor ik je tijdens de massage zachtjes kreunen....

Puur

Het aids hospice Wat Phrabat Nampu is gelegen in een tempelcomplex van Thaise monniken. De ziekenzaal telt 34 bedden. Het merendeel wordt bezet door mannen. Voor de veertiende keer ben ik hier om drie maanden als vrijwilliger te werken. Op dit moment ben ik de enige westerse vrijwilliger. Toen ik hier aankwam, waren er drie Amerikanen, er was een korte tijd een man uit Duitsland en een vrouw uit Denemarken. Er volgde af en toe nog een groepje Amerikanen. In het verleden waren er geregeld meerdere Nederlanders die vaker terug kwamen, zoals in het voorjaar nog twee mensen uit Brabant.

Ik probeer een aanvulling te zijn op het werk van het personeel en kijk waar ik nodig ben. Ik verzorg en sta de patiënten bij. Helpen bij douchen of iemand op bed wassen, luiers verschonen, drinken geven, helpen met eten. Soms ga ik een eindje wandelen met een patiënt in een rolstoel. Houd ik de hand van een stervende vast of geef ik een massage. Puur om een medemens te troosten, te stimuleren, te steunen of aan het lachen te maken met een grapje.

Loslaten

Tijdens mijn werk loop ik regelmatig aan tegen cultuurverschillen. Hier wordt anders met ziekte en de dood omgegaan. Het hoort meer bij het leven, ook al is de dood in dit hospice vaak een oplossing voor het verschrikkelijke lijden van de patiënten. Ook hoe de zieken soms worden behandeld. Er wordt aan hen getrokken en geduwd tijdens wassen en behandelen. Demente patiënten vaak worden uitgelachen en genegeerd, dat doet pijn om te zien. Ik mis dan het respect en aandacht voor de patiënt. Aangezien ik de situatie niet kan veranderen, loop ik tegen mijn onmacht aan. Ik moet accepteren dat de meeste mensen hier sterven. Dat is niet makkelijk. Ik ben heel betrokken; ik ga er soms te diep met mijn gevoel in. Ik wil de mensen in dit laatste stukje van hun leven liefde geven. Dat gebeurt onbewust, terwijl ik weet dat ik de persoon weer los moet laten en dat me dat pijn zal doen.

Duizend woorden

Het verzorgen van en het contact met de patiënten, geeft mij veel voldoening. Hun dankbaarheid, hun vriendelijke lach is mijn motivatie om dit werk te doen. De patiënten worden hier vaak letterlijk gedropt. In Thailand heerst een taboe op aids. Patiënten hier zien hun familie vaak niet meer terug, zelfs niet tijdens hun crematie. Juist in een situatie dat ze hen zo nodig hebben, worden ze in de steek gelaten. Dat ik dan iets voor hen kan betekenen, vind ik een mooie gedachte en het doet me goed.

De taalbarrière is meestal geen probleem. Ik laat mijn handen, ogen en hart ook spreken. De aanraking van een massage vertelt soms meer dan duizend woorden.

Voorbij de pijn

....Kritsana.., is er dan niemand die jou mist?... Is er niemand die om jou geeft?... Waar zijn je vrienden?.. Waar is je familie?... Er was niemand en er is ook niemand nu je bent heengegaan.... Slechts twee weken was je hier. Ik mocht met je meelopen. Dat laatste stukje van jouw leven mocht ik er voor je zijn.... We - een paar monniken en medepatiënten - nemen afscheid van je.... Langzaam verlaat je deze eenzame wereld en je uitgeteerde lichaam. Spreid je vleugels en laat je leiden naar het licht, ...voorbij de pijn,.. ver voorbij de pijn....

Het verslag van Huub is bewerkt door Natalie van der Linden

Als kind was Huub doodsbang voor de dood. Hoe onbeholpen vond hij zichzelf toen zijn moeder stierf. ‘Ik was daar zó stuntelig in.' Huub schreef zich in voor een cursus stervensbegeleiding. Om voortaan met anderen een stukje mee te lopen tot aan de dood. Uit solidariteit en om er zelf iets van op te steken. Later ging Huub aan de slag als buddy voor aidspatiënten. Toen hij schrijnende beelden van het hospice in Lopburi zag, besloot hij zijn liefde en zorg ook te richten op terminale patiënten aldaar. De eerste keer dat hij de ziekenzaal binnenliep, wist hij niet waar hij moest beginnen. Schoorvoetend liep hij rond en hij was nog niet aan het einde of er was al iemand gestorven. Een zieke man trok Huub aan zijn mouw en gebaarde of hij hem wilde masseren. Huub is begonnen en niet meer opgehouden.